Homepage van Marian en Hans
Start Omhoog Imkeren les 4

 

 

Cursus imkeren.

LES 3

In les 1 hebben we gezien dat onze honingbijen een samenwerkende eenheid vormen,

het bijenvolk. Nu gaan we de opbouw en werking van dit volk verder bespreken.

Vanaf half februari gaat de koningin eieren leggen en zo wordt het broednest gevormd.

Broednest en broedstadia.

Ei, larve, pop, werkster

Ei, larve, pop, dar

Ei, larve, pop, koningin

Het broednest zijn lege raatcellen die door de werksters schoongemaakt zijn en waarin de koningin 

haar eieren legt in fijn raat legt de koningin bevruchte eitjes, bevrucht met het sperma wat ze bij zich draagt, 

de werksters zorgen dat deze op een temperatuur van 37 oC blijven en dus bebroed worden, 

daarom spreken we over broednest.

Na 3 dagen komt zo'n eitje uit en krijgen we een larve, deze wordt gevoerd door de werksters.

Na 6 dagen gaat de larve zich verpoppen en wordt de raatcel waarin de pop nu zit gesloten 

met een wasdekseltje. Na 12 dagen komt dan de werksterbij uit de cel. 

Werkster

Het leven van de werkster kent verschillende stadia, zodra een werkster uit haar dop

te voorschijn komt begint ze met haar taken, de eerste dagen is dat poetsen van de 

lege cellen, vervolgens gaat ze eieren en larven verzorgen. De volgende fase gaat de werkster

honing en stuifmeel die door oudere werksters, de zogenaamde haalbijen verzameld wordt

opslaan in de raten.

Ook de koningin wordt door een aantal van deze werksters gevoerd evenals de darren.

                             

Dar, gevoerd door werkster                            Koningin (gemerkt) met hofhouding

Rond de koningin vormt zich de zogenaamde hofhouding van jonge werksters wat goed te zien is

op bovenstaande foto. Na verloop van tijd zal de koningin ook in grof raatwerk eitjes gaan leggen

deze bevrucht ze echter niet, ook deze eitjes komen na 3 dagen uit. 

Deze larven worden ook door de werksters gevoed. Na 6 dagen gaan ook deze larven zich

verpoppen en wordt de cel met een wasdekseltje dicht gemaakt. Deze cellen zijn groter 

en dit is nodig ook want na 15 dagen komt dan een mannelijke bij, de dar uit de dop te voorschijn.

Hij wordt ook door de werksters verzorgd en gevoerd (zie foto boven) en heeft als enigste taak

bevruchting van een koningin. Als het volk groot genoeg is zullen de werksters koninginnedoppen

gaan bouwen die de koningin belegd met een bevrucht eitje, je zou denken dat daar een werkster

uit komt echter de werksters zorgen door extra goed voer, de zogenaamde koninginnegelei dat

de larve extra gaat groeien, na 6 dagen zal ook deze larve gaan verpoppen en wordt de koninginnedop

gesloten, het goede voer zorgt er voor dat al na 7 dagen een jonge koningin uit de dop komt.

   

      Jonge koningin die uit koninginnedop komt.

Conclusie: een jonge koningin is een volledig goed ontwikkelde vrouwelijke bij, terwijl de werksters

minder ontwikkeld zijn. Uit dit verhaal komt nog een belangrijk punt naar voren waarvan het volk zijn

voordeel kan doen en waar wij als imkers dankbaar gebruik van maken. Slechts door ander voer aan de

onbevruchte larve aan te bieden vormt zich een jonge koningin. Indien de koningin om wat voor reden

verdwijnt uit het volk, bijvoorbeeld sterft en er maar bevruchte eitjes in het broednest zitten, zullen 

de werksters onmiddellijk een aantal van de nu uitkomende larven gaan voeren met koninginnegelei en 

snel hun dop gaan uitbouwen tot koninginnedop, dit noemen we de zogenaamde redcellen. 

Zou dit niet gebeuren dan was het volk ten dode op geschreven. Zonder koningin gaat het niet verder.

Nu eerst verder over de werksters. De laatste 3 weken van hun leven worden de werksters haalbijen.

De taak van de haalbijen is het verzamelen van drinken en voedsel dus verzamelen van water, stuifmeel

en nectar. De nectar wordt in de maag van de bij enzymatisch omgezet in honing die opgeslagen

wordt als voorraad, de honing moet een voldoende hoog suikergehalte hebben zodat de honing niet

kan bederven, de werksters zullen dit bereiken door zoveel mogelijk water uit de honing 

te laten verdampen, pas als het suikergehalte boven de 80% komt wordt de honing verzegeld.

De imker moet dit goed onthouden, onverzegelde honing bevat nog teveel water en kan dus zuur worden,

conclusie onverzegelde honing nooit oogsten. Werksters hebben het in de zomer erg druk en zijn dan ook

na 6 weken op en versleten en sterven dan. Maar aan het eind van de zomer valt voor de jonge bijen veel van

deze taken weg, de koningin stopt met eieren leggen het broednest wordt kleiner en verdwijnt tenslotte

de temperatuur in de kast kan nu ook weer zakken naar 12 oC. Half augustus worden ook de darren uit 

het volk verdreven, hun taak zit er op zij zijn alleen nog maar een last voor het volk.

De werksters krijgen het gemakkelijker en kunnen dan ook veel ouder worden zodat ze blijven leven

tot het volgende voorjaar. 

Werksters kunnen we dus indelen in zomerbijen en winterbijen.

Zomer en winterbijen hebben ieder hun eigen taken zoals we gezien hebben.

De voortplanting van het volk.

De koningin is de enigste goed ontwikkelde vrouwelijke bij en legt dan ook als enige eitjes wat haar

belangrijkste taak is. Een jonge koningin moet echter nog wel bevrucht worden dit gebeurd door de 

darren wanneer ze op bruidsvlucht gaat. Als de jonge koningin op bruidsvlucht gaat kan zij wel 

20 kilometer ver wegvliegen. Vogels als korhoenders en kemphanen kennen baltsplaatsen ook onze 

honingbijen kennen dit soort plaatsen waar darren en jonge koninginnen naartoe vliegen de jonge

koninginnen gaan steeds hoger vliegen om uiteindelijk hoog in de lucht met enkele darren te paren, 

het sperma bewaren ze voor de rest van hun leven om het tijdens de legperiodes te gebruiken.

 

Praktijkles 3

Broednest bekijken, eieren larven en gesloten broed.

Werksters, darren en koningin van elkaar leren onderscheiden.

=================================================================================================

Terug naar inhoud

 

Vorige pagina

Start

    Bijenhoudersvereniging de Haghe    Prinsenbeek / Princenhage